Interview


Zondagochtend. In de kamer ‘Almost Blue’ van mijn grote held Chet Baker. In de keuken het geluid van de Nespresso en het getik van eieren in een steelpannetje; ontbijtje voor mijn grote liefde. Een dienblad en naar beneden. Het interview plaatsen met Bram Koning, in de serie Onderweg met Mokum in Holland. Fijne zondag!

“Bram Koning is een sterk componist en een geniaal tekstdichter en één van mijn beste vrienden. Hij maakt vaak té mooie liedjes voor de verkeerde artiesten.” Dries Roelvink 2015)

Ze was pas vijftien jaar

Had het recht om te leven……..

In december 2012 maakt Fleur Bloemen uit Staphorst een einde haar leven. Ze is dan 15 jaar. Fleur werd gepest. Het pesten van kinderen onderling gaat soms erg ver, te ver. Bram Koning schrijft er een indringend lied over. Misschien, zo stelt hij, wel zijn allermooiste liedje. Maar misschien nog wel veel mooier is dat de tekst van dit lied boven het bed hangt van Fleur in het huis dat zij ooit verliet om niet meer terug te keren.

Een portret van een muzikale duizendpoot en een integer mens.

Bram Koning: Componist/tekstschrijver/producer.

‘Dienend zijn aan het liedje is ook een kunst.’

‘Ik ben geboren in Assen en een maand of tien opgevoed door een tante. Mijn moeder had TBC en lag in het sanatorium in Davos. Na dat jaar zijn we naar Amsterdam verhuist omdat mijn vader een baan kreeg bij de Rijkspolitie te water. Van Assen weet ik dus helemaal niks, meer een straatschoffie van Amsterdam-West. Later zijn we naar het toen beloofde land van Amsterdam gegaan: Osdorp. De koeien liepen daar nog langs mijn slaapkamer. Weer wat later zijn we teruggegaan naar de Vier Heemskinderenstraat, in de buurt van het Jan van Galen bad en daar heb ik wel een tijdje gewoond. Maar wij hadden thuis vijf kinderen, dus rond mijn vijftiende/zestiende ben ik het huis al uitgegaan. Ik was de jongste maar ook het snelst vertrokken.’

Spreken wie hier van een recalcitrante puber?

‘Laat ik zo zeggen dat het toen beter was dat onze wegen gingen scheiden. Een goeie zet, want daarna ging het allemaal prima. Mijn vader had twee banen om al die mondjes te voeden. Hij kwam dan tussen de werkzaamheden thuis, at wat en ging, als het kon, even op de bank liggen. Dan heb je niet zo’n behoefte aan gezeur aan je hoofd. Na zijn baan bij de politie is hij bij de Nederlandse Krediet Verzekering Maatschappij gaan werken. Daarnaast ging hij dan in de avonduren op zijn mobilette langs adressen om te kijken of mensen kredietwaardig waren. Ik ging in die tijd al een beetje mijn eigen weg en dacht: “Wegwezen hier”.

Ik ben verhuisd naar nummer 623 Prinsengracht. Tot mijn zeventiende heb ik school gedaan, op het ir. Lely Lyceum en toen ben ik gaan werken. Dat was baantje hier en baantje daar.

Het zal nog een paar keer gebeuren tijdens het gesprek. Een blik met een grote toegevoegde waarde aan het gezegde.

‘Ik ben nog even in dienst geweest van de gemeente Amsterdam , maar dat werkte niet zo goed. Laat ik zo zeggen dat ik niet zo heel goed functioneer als er iemand zegt wat ik moet doen. Dat is wel de rode draad door mijn leven. Ik wil het op mijn eigen manier doen.’

Die levensvisie begon al op vroege leeftijd, hoe anders dan beïnvloed door de muziek.

‘Ik was een jaar of elf en toen maakte ik van hardboard een eigen gitaar. De muziek van toen, The Cream bijvoorbeeld, vond ik erg goed. Maar vooral door Eric Clapton natuurlijk. Zo gitaar spelen wilde ik ook. Wat ik een geweldig nummer vond was Sympathy van Steve Rowland and the Family Dog. Dat was het eerste nummer dat ik speelde. Ik had mijn eerste lessen gehad van mijn neef. Al snel volgde m’n eerste gitaar en het eerste bandje.

We nemen even een slok van een goedgekeurde Chardonnay en zacht klinkt het van de bank: And sympathy is what we need my friend And sympathy is what we need And sympathy is what we need my friend ‘Cause there’s not enough love to go ’round No, there’s not enough love to go ’round.

Alle voorliefde voor de muziek ten spijt, moest er ook brood op de plank komen en Bram belandde in diverse baantjes. Totdat hij zijn vrouw ontmoette.

‘Ja, die werkte in de Jordaan Sociëteit op de Rozengracht, officieel de Gouden Florijn. Het was een echte nachtkroeg waar de meest uiteenlopende types kwamen, van miljonairs tot mensen die op straat sliepen. Een fantastische tent die ook nog eens liep als een trein. Ik zong daar Humperdinck en Tom Jones. In het begin was dat alleen op vrijdag. Maar later ook op de donderdag en toen zaten we plots twee dagen vol. Net in die periode kreeg Amsterdam een nieuwe korpschef, Groninger Eric Nordholt. Al jaren zaten wij in een soort van gedoogbeleid en mochten we openblijven tot 0.600 uur. Nou, dat was met Nordholt zo over. Om 0.200 uur was het afgelopen. We zijn overgegaan naar een dagzaak, mijn zwager kwam erbij en die zit er nog in. Wij zijn uitgestapt. Het probleem met de dagzaak was dat het de rest van de week stil was. Ik herinner me nog goed dat de eerste omzet als dagzaak iets meer dan veertig gulden was. Terwijl we in de nacht alleen al een paar honderd gulden aan fooi hadden. Overdag was het publiek ook anders. Ome Piet en Tante Sjaan die toch wel graag hun glaasje twee keer gespoeld zagen. Om maar te zwijgen van het luisterend oor….Het enige voordeel ervan was dat ik wel heel veel leuke verhaaltjes opgepikt heb en onthouden.’

Het vertrek uit de Jordaan Sociëteit betekende voor Bram dat hij zich full time met muziek ging bezig houden. Al eerder had hij zijn eerste echte schreden gezet als gitarist in een bandje met een naam die nu niet zou misstaan als Gay Shop in de Warmoesstraat: Boys and Toys. Maar ik heb altijd een bepaalde hang gehad naar Zuid-Amerikaanse muziek en ben ik in een bandje gaan spelen met wat jongens van de Antillen.

De eerste kennismaking met andere klanken dan het bekende Rock and Roll werk is in Spanje.

‘Wij gingen met mijn ouders, met zes man (!) in een DAF, naar Spanje. Dat ding reed als een tierelier door een ingebouwde Renault motor, maar het bleef toch een reis van drie dagen. Een reis die begon met een serieus uitzwaaien door de naaste buren. Daar hoorde ik voor het eerst Spaanse muziek en dat pakte me direct al. Ik werd bijvoorbeeld fan van Carlos Santana en zo ben ik verder gaan zoeken in die muziek. Alles is anders, het ritme, de bassen en de timing! Heerlijk.’

Muziek. Voor Bram betekende het wakker ermee en ermee naar bed gaan. Hij stort zich met volle overgave op een carrière als zanger. Met name de muziek die zijn vader thuis al draaide: Monroe, Dean Martin en natuurlijk Frank Sinatra. Zijn vrouw Marja is op dat moment full time moeder en behaalt later alle papieren op het gebied van hypotheken en verzekeringen. Bram maakt van zijn passie zijn beroep.

Na een paar jaar Bos en Lommerplein verhuist het gezin Koning van het Bos naar Vinkeveen. Na twaalf jaar omringd te zijn geweest door het mooie plassengebied, volgt een opmerkelijke stap.

‘We wilden wat rustiger en groter wonen en toen zijn we naar Drenthe verhuist. We woonden daar in een mega grote boerderij met een later aangelegd zwembad van 12 x 6 meter. Het sloeg nergens op. De mensen daar dachten dat we miljonair waren. Ten onrechte overigens. De roep om meer ruimte en rust kwam er zeker voor ons, maar we gingen twintig jaar terug in de tijd.’

Er volgt een periode van tien jaar pendelen tussen Amsterdam, Plashoeve in Vinkeveen en Drenthe. Voor een deel veroorzaakt door de huizenmarkt. Uiteindelijk keert het gezin weer terug. Eerst als huurders van het oude huis in Vinkeveen en later als trotse bezitter van een woonark in Wilnis.

‘Wat ik wel overgehouden heb aan Drenthe zijn de contacten met De Dikdakkers. Er waren hier en daar toch al wat mensen die mij kenden omdat ik al liedjes schreef. Ik heb voor die jongens hun eerste hit geschreven en het contact is altijd gebleven. Elk jaar komen ze wel terug voor 1 of 2 liedjes. Maar uit die tijd ook Dominique en duo Harten Tien. Het schrijven van liedjes moest!! Ik had het geluk dat ik Nico Kramer tegenkwam uit Alkmaar en die vroeg me om een album te schrijven. Dat gaf hij in eigen beheer uit. Ik ben de man nog dankbaar voor die kans. Het was een type Frans Stuy, iemand die bereid is om zijn nek uit te steken. Mijn geluk was dat Wolter Kroes dat album onder ogen kreeg. We praten nu over zo’n twintig jaar geleden. Wolter was weg van de tekst van Niemand Anders. Hij had er een behoorlijke hit van. En zo is het balletje gaan rollen.’

Artiesten gaan de weg vinden naar huize Bram Koning. Veel artiesten, waarvan een groot deel stevig deel uitmaakt van de gevestigde orde in de wereld van de Nederlandstalige muziek: Ruth Jacott, Willeke Alberti, Peter Beense, Frans Duijts, Andre Hazes Jr., Robert Leroy, Wesly Bronkhorst en recent nog de honderd procent hitsingle Ben je morgen nog van mij van Quincy Schellevis. Maar ook minder bekende artiesten. Bram haalt er zijn neus zeker niet voor op.

‘Laat ik zo zeggen dat ik er blanco insta. Het eerste wat ik wel altijd doe is kijken wie de persoon is, of er opnames zijn. Vroeger niet hoor, ik ben ook niet roomser dan de paus. Maar door al die talentenjachten op televisie is wel een raar soort idee ontstaan dat iedereen kan zingen. Sommigen kunnen dat ook wel. Maar dan ben je nog geen artiest. Ze kennen een trucje. Bij de Amsterdammers in het vak, waar zeker geweldige mensen rondlopen, is wat meer brutaliteit. Zijn vaker dan elders overtuigd van hun eigen kwaliteiten. Ook al hebben ze die niet. Ze doen het af met een mooie galm of veel vibrato. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Dienend zijn aan het liedje is ook een kunst. Mensen uit de provincie hebben vaak wat minder flair en laten misschien iets teveel aan het oordeel van de ander over. Ze zijn wat makkelijker te kneden terwijl je bij Amsterdammers wel eens een gevoel hebt van; het kan best een tandje minder want je moet nog veel leren. Bij nieuwe mensen die zich melden wil ik wel graag iets meer weten van een plan; hoe zetten we iemand in de markt. Vaak is het nog zo dat het na de uitreiking van de cd stopt. Terwijl ik er altijd probeer te hameren dat het dan pas gaat beginnen. Mij wordt bij Talpa ook wel eens verweten dat ik mooie liedjes schrijf die vervolgens bij de verkeerde mensen terecht komen. Dat heb ik me wel aangetrokken. Dus het is selectief zijn. Zolang het kan natuurlijk. Want als de nood aan de man komt schrijft iedere tekstschrijver/componist voor iedereen. De schoorsteen moet ook roken. Maar in het selectieve nieuwe beleid zou ik ooit nog wel eens wat voor Yves Berendse willen schrijven.’

Een logische vraag is dan; Waarom?

‘Yves heeft iets. Buiten dat hij behoorlijk goed kan zingen. Hij zit nu op zo’n 85 procent van zijn mogelijkheden wat betreft zijn vocale mogelijkheden en daarmee al hoger ingeschaald dan veel andere aankomende artiesten. Hij heeft nu al iets van een artiest; de drive, de overgave en vooral de gunfactor. Zelf ben ik ook een heel grote fan van Valentijn Buijtenhek. Maar die zal een stapje harder moeten werken. Iets meer styling. Dat hij goed kan zingen staat buiten kijf. Die jongen raakt me. Deze twee heren zijn de toekomst van Amsterdam.’

Wie Bram Koning zegt, zegt Dries Roelvink. Tussen beide mannen lijkt een ondefinieerbare synergie te bestaan. Een samenwerking die verder gaat dan de mooiste liedjes van Dries, geschreven door Bram. Want mooie liedjes zijn en waren het. Immers, het was het liedje van Bram dat Dries een nummer 1 hit notering opleverde. En opgelet…dat zou ook wel eens kunnen gebeuren met de titelsong van de nieuwe real life soap De Roelvinkjes. Wederom een meesterwerkje waar beide heren elkaar op de beste manier ontmoeten.

‘Dries heeft mij ooit zelf benaderd. Hij had ook dat album van die Kramer gehoord. Ik kende hem natuurlijk wel als de vlotte jongen uit Amsterdam met de al even vlotte babbel. Dries zong bij DWS en mijn schoonmoeder stond daar in de kantine en boekte hem wel eens. Soms zong hij werkelijk fantastisch en soms hij even linksaf, om het zo maar te zeggen. Ik zie Dries als een vriend. Die vriendschap is ontstaan door persoonlijke dingen met elkaar te delen; eerlijk zijn tegen elkaar. Het is een erg loyale man. In zijn vak is hij ook een absolute doorzetter. Daarbij is het ook zo dat Dries verdomd goed weet waar hij het over heeft. Hij kan zelf goed teksten schrijven en zijn input bij een productie is dan ook altijd groot.’

De tekstdichter kijkt wat in het rond en pakt zijn gitaar. Ooit gekocht bij Dirk Witte. Hij neemt een slok en tokkelt wat. De afspraak was om ook samen te beginnen aan een nieuw liedje. ‘Luister Wim, ik begin in C.’ Ik luister. Het rustig tokkelen gaat verder. Het gesprek ook. Hij vertelt over de ziekte van zijn vrouw Marja. ‘Nu gaat het beter. Maar er zijn ook momenten geweest, die niet best waren. Op zo’n moment wordt alles onbelangrijk. Dan gaat alles aan de kant.’

 

Een greep uit de vele reacties op Facebook

  • Heerlijk verhaal zo weer bij de koffie wim fantastisch
  • Wat lekker zo op zondag morgen een verhaal te lezen over Bram.
  •  Jeetje Wim wat een prachtig verhaal en wat een eer voor Yves Berendse ben er stil van!
  • Prachtig geschreven Wim. En ook zeker weer een prachtig compliment voor de jongens. X ik zie je vanmiddag
  •  Mooi
  • Prachtig verhaal. Warmte straalt eraf.
  •  Mooi verhaal Wim!
  • Heerlijk stukje om te lezen weer over talenten gesproken…Bram Koning is een meester in schrijven maar Wim…Jij ook!! Xx
  • Zit weer met tranen in me ogen hoe hij verteld (!en jij schrijft Wim ). Laat staan hoe zijn teksten zijn en die zijn prachtig altijd dat moet zeker gezegt worden .
  • love you x
  • Om een conpliment te mogen ontvangen van iemand met een status als deze… Bram echt ontzettend lief van je! En Mokum weer prachtig geschreven! Wat een eer….
  • PRACHTIG VERHAAL WEER WIM & IK ZEG : SAMEN EEN NUMMER SCHRIJVEN MET Bram Koning !!!
  • Di is een man die schrijft met zoveel gevoel en die stopt hij dan ook in zijn liedjes !! Geweldig ! Voor een Artiest moet het een eer zijn om met deze man te mogen werken !! Heb weer genoten !!
  • Bram ben je wakker ? Ik hoop binnekort met jou te gaan zitten om een geweldig liedje te maken voor Tino martin die ook tijdens m’n concert een gastoptreden zal doen.
  • Heerlijk wakker worden met een mooi verhaal!